Onvrijwillige zorg
Het jaar 2022 was het derde jaar sinds de Wet zorg en dwang (Wzd) van kracht werd. In dit jaar zijn de laatste scholingen over de achtergrond van de Wzd door een externe trainer verzorgd. De focus is verlegd naar de praktijksituaties waarin onvrijwillige zorg wordt toegepast en de bewustwording hiervan met ondersteuning door de Wzd-coaches. Het gesprek wordt gevoerd en het cliëntperspectief staat hierbij voorop. Immers de visie ‘Leven in vrijheid’ is leidend en onvrijwillige zorg wordt dan ook alleen toegepast als laatste redmiddel (nee, tenzij…). Als praktisch (online) hulpmiddel kan hiervoor het Wegingskader gebruikt worden (ontwikkeld door de Academische Werkplaats leven met een Verstandelijke Beperking (AWVB) van Tranzo (UvT)). Wanneer een situatie zich voordoet waarin de afweging voor onvrijwillige zorg gemaakt moet worden, zullen de Wzd-coaches het Wegingskader introduceren.

Vanaf 2023 wordt een intern scholingsprogramma aangeboden, waarvoor het Wegingskader ook gebruikt wordt. In 2022 hebben de Wzd-coaches bijgedragen aan het delen van kennis over de Wzd, het opvolgen van het Wzd-stappenplan en een juiste registratie van de onvrijwillige zorg in het ECD. De ontwikkeling van het systeem ONS voor het vastleggen van onvrijwillige zorg en het opvolgen van het Wzd-stappenplan blijft achter. Er is nu veel verschil tussen de zorgverantwoordelijken in de kwaliteit van het beschrijven van de onvrijwillige zorg en tussen de teams in de registratie hiervan. Los hiervan, is het van belang dat er tijdig geëvalueerd wordt volgens het Wzd-stappenplan om de onvrijwillige zorg op wettelijke basis te mogen toepassen. Eind 2022 heeft de Wzd-functionaris vanuit zijn toezichthoudende rol een oproep gedaan om de achterstand hierin weg te werken en zijn de zorgplannen actueel gemaakt op de onvrijwillige zorg. Door de komst van relatief veel nieuwe zorgverantwoordelijken is opnieuw aandacht nodig voor de randvoorwaarden om met de Wzd aan de slag te gaan.

Hierna volgt een analyse van de onvrijwillige zorg die in 2022 is toegepast. Het systeem ONS voorziet hier nog niet in en daarom is aan de zorgverantwoordelijken gevraagd om het volgende per (woon)locatie aan te leveren:

  • bij welke cliënten is onvrijwillige zorg toegepast?*;
  • voor welke cliënten is extern advies volgens het Wzd-stappenplan aangevraagd? (maakt hier niet uit of dit voor één of meer maatregelen is geweest)
  • voor welke cliënten is onvrijwillige zorg afgebouwd? (maakt hier niet uit of dit één of meer maatregelen zijn).

*Er is gevraagd om voor de negen verschillende hoofdvormen van onvrijwillige zorg na te gaan of dit is voorgekomen en onderscheid te maken in onvoorzien, structureel volgens het zorgplan en incidenteel volgens het zorgplan. De registratie van de incidentele zorg gebeurt nog onvoldoende en daarom hebben we nu geen betrouwbare cijfers over hoe vaak de onvrijwillige zorg wordt toegepast. In de analyse voor 2022 volstaan we met een overzicht welke onvrijwillige zorg wordt toegepast, ongeacht hoeveel afzonderlijke maatregelen dit zijn en in welke frequentie.

Voor het toepassen van onvrijwillige zorg is het zorgplan het uitgangspunt. We maken onderscheid in verschillende zorgvormtypen om inzicht te krijgen in de verdeling hiervan:

  1. onvoorziene onvrijwillige zorg. In dit geval is er sprake van een acuut, nieuw ernstig nadeel dat wordt afgewend met onvrijwillige zorg en waarin het zorgplan van de cliënt nog niet voorziet (‘nood breekt wet’). Er dient besproken te worden of het zorgplan van de cliënt heroverwogen moet worden.
  2. structureel geplande onvrijwillige zorg. Het betreft hier onvrijwillige zorg die is voorzien, waarover afspraken in het zorgplan zijn vastgelegd en die op bepaalde vaste momenten wordt ingezet. Bijvoorbeeld een cliënt die dagelijks op vier vaste tijdstippen medicatie toegediend krijgt die niet volgens de professionele richtlijnen wordt gegeven.
  3. incidenteel geplande zorg. Het betreft hier onvrijwillige zorg die is voorzien, waarover afspraken in het zorgplan zijn vastgelegd en die alleen in het geval van bepaalde (gedrags-)situaties wordt ingezet (men weet dus op voorhand niet precies wanneer deze zorg zal moeten worden ingezet). Bijvoorbeeld wanneer een cliënt bepaald gedrag vertoont conform een fase van het signaleringsplan. Hier is registratie van belang om te weten hoe vaak de onvrijwillige zorg toegepast is.

Omdenken, daar gaat het om

Arianne Ruyter, eerste begeleider Tjasker en Hoevedreef 7a, coach WZD:

“Het jaar 2022 stond in het teken van verkenning. De coaches maakten zich kenbaar. We werkten er hard aan om de Wet Zorg en Dwang bekend te maken onder de medewerkers. Wat houdt de wet in en hoe moet je ermee omgaan? We willen zoveel mogelijk de onvrijwillige zorg afbouwen en de cliënten in hun kracht zetten. Zorgmedewerkers zorgen graag, maar ook cliënten mogen fouten maken. We spraken erover hoe je het gesprek aangaat met collega’s en met cliëntvertegenwoordigers. Het gaat erom dat we samen kijken of de minst zware vorm van onvrijwillige zorg mogelijk is. Uiteindelijk kom je er samen uit wat de beste optie is. Als je goed kunt uitleggen waarom je doet wat je doet, en daarover het gesprek kunt aangaan, dan zit het goed. Het gaat erom dat je bewust bezig bent met de mogelijkheden die er zijn. Zo starten de kinderen van de Tjasker op de triptrapstoel zonder beugel. Pas als het echt nodig is, doen we de beugel aan en daarbij blijven we alert om de beugel los te maken, zo snel als dat kan. Het gaat over omdenken en redeneren vanuit de cliënt.”

 

In het overzicht hieronder is voor de negen hoofdvormen van onvrijwillige zorg terug te vinden bij hoeveel cliënten van Tragel deze is toegepast in 2022, uitgesplitst per zorgprogramma. In 2022 hebben 166 cliënten van Tragel één of meerdere vormen van onvrijwillige zorg ontvangen. Het meest voorkomend is het beperken van de bewegingsvrijheid (137 cliënten), vervolgens insluiten (53 cliënten) en daarna het uitoefenen van toezicht op de cliënt (50 cliënten). Wanneer we kijken naar de verdeling van de cliënten per zorgprogramma, zien we dat het laagste aantal cliënten onder K&G valt (n=13) en het aantal oploopt volgens de mate van de beperking: bij LVB 27 cliënten, bij MVB 55 cliënten en bij EVMB 71 cliënten. Voor MVB-cliënten valt op dat er relatief veel medische handelingen en overige therapeutische maatregelen voorkomen, als ook het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid om het eigen leven te kunnen inrichten.

Jaar: 2022 Tragel** Uitgesplitst per zorgprogramma:
Onvrijwillige zorg: Totaal (n=166)*** K&G (n=13) LVB

(n=27)

MVB (n=55) EVMB (n=71)
1. Toediening van vocht, voeding en medicatie, medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, vanwege de verstandelijke beperking of een somatische aandoening 46 0 6 22 18
Onvoorzien 1 0 0 1 0
Zorgplan: structureel 36 0 5 16 15
Zorgplan: incidenteel 9 0 1 5 3
2. Beperken van de bewegingsvrijheid 137 13 28 34 62
Onvoorzien 8 0 4 0 4
Zorgplan: structureel 91 10 13 28 40
Zorgplan: incidenteel 38 3 11 6 18
3. Insluiten 53 1 11 10 31
Onvoorzien 3 0 0 0 3
Zorgplan: structureel 38 1 7 10 20
Zorgplan: incidenteel 12 0 4 0 8
4. Uitoefenen van toezicht op cliënt 50 2 10 11 27
Onvoorzien 3 0 0 0 3
Zorgplan: structureel 46 2 9 11 24
Zorgplan: incidenteel 1 0 1 0 0
5. Onderzoek aan kleding of lichaam 7 0 2 5 0
Onvoorzien 3 0 0 3 0
Zorgplan: structureel 1 0 0 1 0
Zorgplan: incidenteel 3 0 2 1 0
6. Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen 11 0 7 4 0
Onvoorzien 2 0 0 2 0
Zorgplan: structureel 1 0 0 1 0
Zorgplan: incidenteel 8 0 7 1 0
7. Controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen 8 1 7 0 0
Onvoorzien 0 0 0 0 0
Zorgplan: structureel 1 1 0 0 0
Zorgplan: incidenteel 7 0 7 0 0
8. Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat cliënt iets moet doen of nalaten, waaronder gebruik van communicatiemiddelen 34 0 5 22 7
Onvoorzien 0 0 0 0 0
Zorgplan: structureel 29 0 3 19 7
Zorgplan: incidenteel 5 0 2 3 0
9. Beperken van het recht op het ontvangen van bezoek 2 0 2 0 0
Onvoorzien 0 0 0 0 0
Zorgplan: structureel 1 0 1 0 0
Zorgplan: incidenteel 1 0 1 0 0

** Totaal: woonlocaties en dagbestedingslocaties waar cliënten onvrijwillige zorg ontvangen en niet bij Tragel wonen: Tjasker (dagopvang voor kinderen) en Labyrint (externe EVMB-cliënten die dagbesteding volgen)

*** Het totaal aantal cliënten is niet gelijk aan de optelsom van het aantal cliënten per hoofdvorm van onvrijwillige zorg; per cliënt kunnen meerdere hoofdvormen toegepast worden

Volgens het Wzd-stappenplan wordt in de periode van zes maanden tot negen maanden waarin onvrijwillige zorg wordt toegepast, een extern advies aangevraagd door de zorgverantwoordelijke. In 2022 is dit voor 75 cliënten van Tragel gedaan (45%). In de volgende tabel is ook te zien wat per zorgprogramma de percentages zijn voor extern advies bij de cliënten die onvrijwillige zorg hebben ontvangen.

Extern advies aangevraagd in 2022:

Tragel Uitgesplitst per zorgprogramma:
Totaal (n=166)** K&G (n=13) LVB (n=27) MVB (n=55) EVMB (n=71)
75 (45%) 7 (54%) 11 (41%) 27 (49%) 30 (42%)

Het Wzd-stappenplan dient opgevolgd te worden om onvrijwillige zorg te kunnen afbouwen. Dit betekent dat er een minder ingrijpend alternatief wordt gevonden of dat de onvrijwillige zorg helemaal wordt stopgezet. In 2022 is dat het geval bij 29 cliënten van Tragel (17%). In de volgende tabel is ook te zien wat per zorgprogramma de percentages zijn voor de afbouw van onvrijwillige zorg bij de cliënten die onvrijwillige zorg hebben ontvangen.

Onvrijwillige zorg afgebouwd in 2022:

Tragel Uitgesplitst per zorgprogramma:
Totaal (n=166)** K&G (n=13) LVB (n=27) MVB (n=55) EVMB (n=71)
29 (17%) 5 (38%) 5 (19%) 7 (13%) 12 (17%)

Onvrijwillige zorg moet onderdeel kunnen uitmaken van goede zorg, zeker na de verlenging van zes maanden op basis van het externe advies en het niet gelukt is om onvrijwillige zorg af te bouwen.

We gaan in gesprek met de CVR (Centrale Vertegenwoordigersraad) over bovenstaande analyse. De volgende aandachtspunten nemen we hierin ook mee:

  • de cijfers geven op hoofdlijnen een beeld over de toepassing van onvrijwillige zorg in 2022 en zijn afhankelijk van de juiste aanlevering door de zorgverantwoordelijken. Er dient opgemerkt te worden dat niet alle onvrijwillige zorg wordt vastgelegd in het zorgplan;
  • wat in 2022 nog als onvrijwillige zorg is vastgelegd in het zorgplan kan aangepast worden door er anders naar te kijken, al verandert niet wat de cliënt aan zorg of ondersteuning ontvangt. Bijvoorbeeld: omdat er geen verzet (meer) te zien is bij bepaalde groepen van EVMB-cliënten wanneer de deur op slot gaat, wordt dit een huisregel en in verband gebracht met de veiligheid voor deze cliënten; het gebruik van een gordel in een eetstoel voor een EVMB-cliënt wordt een afspraak in het zorgplan;
  • uit de praktijk blijkt dat mogelijk de zorg die valt onder de eerste drie hoofdvormen als vrijwillig volgens stappenplan is vastgelegd in het zorgplan (voor wilsonbekwame cliënten die zich niet verzetten en de vertegenwoordiger akkoord is), maar dat er wel degelijk sprake is van verzet.

Inzet Cliëntvertrouwenspersoon Wzd
Inmiddels is de Cliëntvertrouwenspersoon (CVP) voor de Wzd een bekend gezicht geworden bij Tragel. Steeds vaker is deze zichtbaar en herkenbaar voor alle betrokkenen en actief voor bewoners/cliënten en hun vertegenwoordigers.

In 2022 heeft de CVP Wzd kennisgemaakt met het bewoners- en cliëntenplatform van Tragel. Met elkaar is gesproken over (on)vrijwillige zorg, zelf keuzes mogen maken, eigen regie en zeggenschap. Bewoners/cliënten uitten dat zij zich niet altijd gehoord voelen, omdat keuzes dan voor hen worden gemaakt. Het platform vraagt aandacht voor goede en herhaaldelijke informatievoorziening over de rol van de CVP Wzd. In 2022 zijn er door de CVP Wzd 29 locatiebezoeken afgelegd op 18 verschillende locaties. De locatiebezoeken stonden in het teken van ontmoeten van cliënten en medewerkers, geven van voorlichting over de functie van de CVP Wzd, maar vooral zichtbaar zijn en met elkaar vertrouwd raken. De CVP Wzd heeft grote verschillen ervaren op de verschillende locaties: van in grote mate eigen regie en zelfstandigheid van bewoners/cliënten tot locaties met zichtbare vrijheidsbeperkingen.

In 2022 heeft de CVP Wzd ondersteuning geboden bij dertien kwesties. Hierbij ging het vijf keer om onvrijwillige zorg (onder andere de beperking van de vrijheid om het eigen leven in te richten, alsmede het uitoefenen van toezicht) en acht keer om vrijwillige zorg. In de kwesties van onvrijwillige zorg ging het om uiting van onvrede. Men vond de communicatie niet altijd duidelijk en men ervaarde dat er bij onvrede niet goed geluisterd en doorgevraagd werd. Opvallend is dat bewoners/cliënten en vertegenwoordigers onduidelijkheid ervaren doordat zij niet altijd inhoudelijk op de hoogte zijn van de onvrijwillige zorg die in het zorgplan is vastgelegd.

RI&E
De Risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) is een belangrijk hulpmiddel om de risico’s in kaart te brengen. Vanuit deze risico’s formuleren de teams acties waarmee de arbeidsomstandigheden verbeterd worden. Denk aan verbeteracties op het gebied van werkdruk en fysieke belasting. In 2022 hebben we TriasWeb6 verder in gebruik genomen om de RI&E uit te voeren. In dit kwaliteitssysteem wordt de RI&E opgesplitst in drie onderdelen: beleids-, gebouwen- en medewerkers RI&E. Op basis van de medewerkers RI&E zijn de zorgteams gestart met het formuleren van verbeteracties aan de hand van de risicoprofielen. Uit de toetsing blijkt dat er echter nog geen betrouwbaar beeld is verkregen ten aanzien van de beheersing van risico’s en knelpunten die de praktijk laat zien. De teams van de bedrijfsondersteuning en het expertisecentrum hebben ook de medewerkers RI&E ingevuld en de zorgteams zijn verder op maat ondersteund bij het formuleren van de verbeteracties. Op deze manier werken we toe naar een beter inzicht in de primaire risico’s en verdere noodzaak voor de uitvoering van een aantal nadere inventarisaties. In 2022 zijn in totaal 143 verbeteracties geformuleerd en 43 verbeteracties afgerond met goed en gedeeltelijk resultaat. Daarmee is 30% van de geformuleerde verbeteracties afgerond. Gebaseerd op de toetsing wordt het plan van aanpak voor de organisatie beschreven. In 2023 zal de toetsing opnieuw uitgevoerd worden.

6TriasWeb: één systeem voor alle informatie over de kwaliteit en veiligheid van de zorg en ondersteuning; enerzijds om de zelfstandige teams te ondersteunen in een eigen kwaliteitsplan en anderzijds om kwaliteitsverbeteringen te kunnen borgen 

Dat wat de cliënt zelf kan, benutten

Leonie den Dekker, eerste begeleider Poolster Oostburg:

“De fysieke belasting en werkdruk op de groep is heel erg hoog. Medewerkers moeten de cliënten tillen en hebben hierdoor meer kans op fysieke klachten. Samen met een teamcoach en een zorgcoach is een advies gemaakt. Er is gekeken hoe de werksituaties zijn en wat er te verbeteren is. Soms zijn er extra hulpmiddelen nodig om je werk goed te doen. Ook is er een e-learningmodule over het gebruik van een tillift. Verder -en dat is een heel belangrijke- kijken we hoe we de cliënt zo zelfstandig mogelijk laten zijn. Wat kan hij of zij zelf doen om de fysieke belasting van de begeleider te beperken? Het mes snijdt dan aan twee kanten: de medewerker heeft het minder zwaar en de cliënt wordt gestimuleerd. Verder komt de ergocoach elk jaar langs om de kennis over werkbelasting op te frissen. Een aantal cliënten is zelfstandiger dan voorheen. Ze doen zelf meer dingen, zij het vaak met ondersteuning maar dat is niet erg. Een mooi voorbeeld uit de praktijk: er is een cliënt die heel graag fietst, maar niet zelf op de fiets kan klimmen. Om medewerkers niet steeds te laten tillen, onderzoeken we of het mogelijk is om een draaistoel te monteren die heel eenvoudig met een hendel te bedienen is.”

 

Incidenten
Vanaf het tweede kwartaal van 2022 melden en registreren we incidenten in TriasWeb7. Door de overgang naar een ander systeem voor het melden van incidenten, is het aantal incidenten in het tweede kwartaal van 2022 niet betrouwbaar. In het derde en vierde kwartaal van 2022 is het aantal incidenten respectievelijk: 1.123 en 1.175. Er geldt dat ruim de helft (54%) ontstaat door agressie van de bewoner/cliënt. Daarna hebben de meest voorkomende incidenten plaatsgevonden op het gebied van medicatie (28%). Met behulp van TriasWeb kunnen we beter van incidenten leren en deze in de toekomst proberen te voorkomen. In 2023 wordt het incidentbeleid herzien en zal de rol van de (multidisciplinaire) onderzoekscommissie nadrukkelijker naar voren komen. Er wordt opnieuw aandacht gevraagd voor het proces van melden, analyseren en onderzoeken en verbeteren op basis van de incidentmeldingen in TriasWeb. Het is van belang dat medewerkers worden meegenomen in het leerproces van de organisatie en samen de zorg en ondersteuning willen verbeteren. Hierbij zijn we niet op zoek naar een schuldige van het incident.

7Triasweb: één systeem voor alle informatie over de kwaliteit en veiligheid van de zorg en ondersteuning; enerzijds om de zelfstandige teams te ondersteunen in een eigen kwaliteitsplan en anderzijds om kwaliteitsverbeteringen te kunnen borgen 

Veilige zorg
In 2022 verzamelden we vooral informatie volgens de RI&E en door middel van incidentmeldingen. Lees hierover meer onder ‘Samen sturen op Kwaliteit en Veiligheid’. Door veilige zorg te leveren, beheersen we risico’s en voorkomen we incidenten. We streven ernaar om schade bij zowel bewoners/cliënten als medewerkers te vermijden. In januari 2023 wordt er bij Tragel een preventiemedewerker aangesteld om extra aandacht te kunnen hebben voor het voorkomen van incidenten. Zowel de fysieke- als de psychosociale arbeidsbelasting verdient aandacht in het creëren van een optimale omgeving voor de medewerkers en bewoners/cliënten.

Om te werken en te ontwikkelen volgens de grondhouding Triple-C is een veilige werk/leefomgeving een vereiste. Voor de ruimte die medewerkers krijgen in de zelfstandige teams is veiligheid een voorwaarde om het vertrouwen te kunnen krijgen en je werk goed te kunnen doen. In de tevredenheidsonderzoeken onder medewerkers en bewoners/cliënten meten we ook hoe veilig zij zich voelen en of ze dit belangrijk vinden. In 2023 gebruiken we de Samen Doen conferentie ‘Reflectie op kwaliteit’ om van bewoners/cliënten en medewerkers terug te horen hoe zij de kwaliteit en veiligheid van hun zorg/werk ervaren. We gaan ook op zoek naar veiligheidsbewustzijn, hoe er met een onveilige situatie wordt omgegaan en hoe dat wordt opgelost. De uitkomsten van de conferentie zijn terug te vinden in het reflectieverslag dat als bijlage van dit kwaliteitsrapport ook via de website beschikbaar is.    

Veilig wonen en werken: oefenen!

Marco Carper, adviseur Kwaliteit en veiligheid (interim) en opleider BHV:

“Om te zorgen dat we veilig kunnen wonen en werken, houden we met regelmaat ontruimingsoefeningen. Dat gebeurt op alle locaties. Waar dat mogelijk is, doen we dat samen met bewoners en cliënten. Door de oefeningen halen we op wat er precies nodig is als zich een calamiteit voordoet. Op een locatie in Terneuzen hebben we geadviseerd om de nachtdienst uit te breiden. Het vertrouwen en veiligheidsgevoel bleek bij de medewerkers onvoldoende. De samenstelling van de groep is dusdanig dat het voor één begeleider onmogelijk bleek om bij een calamiteit te doen wat nodig is; namelijk bewoners tijdig en veilig evacueren in de nacht. De bewoners op deze locatie zijn allemaal afhankelijk van hulp van begeleiding om veilig buiten te komen bij evacuatie. Door te oefenen op locatie, en erg praktijkgericht te blijven kijken, blijven we steeds aan verbetering werken.”

 

Privacy – digitale veiligheid
Privacy is en blijft een belangrijk onderwerp voor de veiligheid in de zorg. Er komen steeds meer vragen, zo is in de zomer van 2022 nadrukkelijk aandacht geweest voor het nemen en delen van foto’s en filmpjes. Op het Intranet van Tragel staat een Kenniswijzer, gevuld met een verwijzing naar de privacywaaier.

In 2022 kreeg Tragel een nieuwe digitale werkplek. De totale ICT-omgeving is gewijzigd. Voortaan is Tragel in het kader van informatiebeveiliging en privacy uitgerust met:

  1. beveiligde toegang tot applicaties en informatie van Tragel
  2. beveiligde e-mail, voor veilig e-mailen
  3. beveiligde Microsoft 365-omgeving

Vanaf januari 2023 gaat een nieuwe Functionaris Gegevensbescherming (FG) aan de slag voor Tragel, in samenwerking met het Gors. Ook is de rol van Chief Information Security Officer (CISO) vanaf januari 2023 belegd binnen Tragel. De interne werkgroep gegevensbescherming waarin meerdere disciplines vertegenwoordigd zijn, blijft gehandhaafd. Met de invulling van de FG en de CISO in combinatie met de bestaande werkgroep gegevensbescherming binnen Tragel, willen we de komende jaren de informatiebeveiliging en privacy (IBP) verder professionaliseren.